De blauwe vlag wordt tijdens training of race onbewogen gegeven als een snellere deelnemer u gaat ‘lappen’. Als u tijdens de race of training ingehaald gaat worden door de koploper dan wordt de blauwe vlag bewogen.

Altijd als u de pits verlaat en er naderen op de ‘baan’ andere wagens op snelheid = onbewogen. Als een snellere deelnemer, tijdens de training, op het punt staat om u in te halen; bewogen. Bewogen tijdens de race: als een snellere deelnemer op het punt staat om u op een volle ronde achterstand te zetten.

Bewogen blauw wordt gegeven op het moment dat u door een snellere deelnemer wordt inge- lopen zodat u in de gaten kunt houden aan welke kant hij u wil gaan inhalen/voorbijgaan. In alle andere situaties wordt blauw gegeven als de wedstrijdleider dat nodig vindt.

Onbewogen tijdens de training en bewogen gedurende de race en eveneens bewogen op het moment dat u de pits verlaat om rijders op de baan te attenderen dat u de pits uitkomt.

Als de Safety Car is teruggeroepen naar zijn start-/uitgangspositie.

Na de paarse vlag/code 60 tijdens een endurance race vlgs. Wedstrijdreglement Nationaal A.

Tijdens een code 60/paarse vlag periode tijdens een race vlgs. Wedstrijdreglement Nationaal B.

Als het voor de rijder(s) duidelijk is dat de aanleiding voor de gele vlag situatie de “ideale lijn” niet belemmert.

Een vlag die opgebouwd is uit witte en zwarte vlakken en die wordt gezwaaid op het moment dat u de finishlijn passeert. Dat zwaaien is ook voor uw collegas in het groepje bedoelt als hun wed- strijdnummers worden getoond.

De oranje schijf op zwarte achtergrond vlag die wordt gezwaaid met uw wedstrijdnummer. De bewogen oranje schijf ‘beeldt’ de opgestoken waarschuwingsvinger van de wedstrijdleider uit.

Door het tonen van een vlag die is verdeeld in een schuin zwart en wit vlak op het moment dat u de start/finishlijn passeert en een bord met daarop uw wedstrijdnummer.

Zij tonen de witte en zwarte vlag die tegelijkertijd worden bewogen en waarbij uw wedstrijd- nummer wordt getoond.

De onbewogen gele vlag met rode strepen; het signaal geldt voor het/de baanvak(ken) voorbij de vlag en wordt gedurende tenminste vier ronden getoond, tenzij de gladheid van het wegdek al eerder is verdwenen. Er wordt na de laatste vlag geen groene vlag getoond.

De rood/geel gestreepte vlag geldt voor het(de) betreffende baanvak(ken) en wordt afgesloten met de groene vlag op de baanposten na 3 rondes zodat iedereen weet dat de gladheid over is.

De olievlag wordt bewogen gedurende 4 ronden zodat u extra alert wordt gemaakt op het gladde wegdek. Hierna wordt de olievlag gedurende de volgende vier ronden stil (onbewogen) getoond op de baanposten. Het einde wordt gegeven door de bewogen witte vlag bij de start-/finishlijn.

De olievlag (geel/rood gestreepte vlag) wordt bewogen uitgestoken op de betreffende baan- posten en wordt als de gladheid eerder verdwenen is vervangen door het vlagsignaal stil te houden gedurende 4 ronden.

Een onoverzichtelijke situatie is ontstaan door een glijpartij waardoor zand op de baan terecht is gekomen. Als het olie geweest was dan zou de geel/rood gestreepte vlag zijn uitgestoken.

Er een langzamere deelnemer op de baan rijdt in het baanvak vóórbij de baanpost.

Voorbij de baanpost bovenop Duin 2 de Safety Car gereed is om de baan op te gaan; dus snel- heid minderen om achter de Safety Car aan te kunnen sluiten.

Er door baanpostmensen hulp verleend wordt aan een rijder met een stilgevallen wagen.

De Safety Car komt hier op de baan. U mag niet meer inhalen en rijdt langzaam door tot u kunt aansluiten in de rij deelnemers achter de Safety Car. De race wordt hervat als alle deelnemers achter de Safety Car zijn gegroepeerd.

Tussen post 17 en 18 is een gevaarlijke situatie ontstaan naast of deels op de baan. Snelheid verminderen, niet inhalen; wees er op voorbereid om van richting te veranderen.

Voorwaarschuwing!! Op post 18 worden twee bewogen gele vlaggen getoond omdat tussen post 18 en post 19 een ongeval is gebeurt waardoor de baan (nagenoeg) geheel is geblokkeerd. U moet uw snelheid aanpassen en u mag niet meer inhalen.

Er is een langzaam rijdend voertuig (een dienstauto of een andere deelnemer met een defecte auto) op de baan tussen post 17 en post 18. U mag andere deelnemers inhalen.

Er is een ernstig ongeval gebeurt (gele vlaggen zijn uit). U moet bij de volgende doorkomst stoppen bij die baanpost en vandaar wordt u door de Safety Car terug gebracht naar de pits.

Indien het eveneens getoonde nummer uw wedstrijdnummer is, rijdt u langzaam aan de rechter- zijde van de baan naar het einde van de pitlane. Daar wacht de (assistent-)wedstrijdleider.

Dat u stopt met racen; de race wordt voortijdig gestopt. U houdt u gereed om zonodig direkt te kunnen stoppen. U haalt niet meer in en u rijdt langzaam door tot de startlijn of een plaats die is opgegeven in de reglementen.

De Safety Car wordt in de baan gebracht en omdat de race al aardig is gevorderd wil de wed- strijd leiding de koploper oppakken. Daarom de rode vlag tegelijk met het baanpostnummer.

Voldoende ruimte laat aan de andere deelnemers als de geel/rode vlag wordt gezwaaid.

En uw collega’s zich behoorlijk gedragen. In het geval dat zij u hinderen tijdens het voorbijgaan mag u hen door ‘effe’ leunen in de flank er aan herinneren dat u sneller bent.

Uw medestrijders achter u houdt want de race winnen wil iedereen.

Door uw gedrag de eigen veiligheid en/of die van anderen niet in gevaar brengt.

U let goed op en wanneer de race die voor de uwe halverwege is, rijdt u met uw auto direkt tot voor de pits alwaar het opstellen al begonnen is.

Omdat uw race als 2 op het middagprogramma staat vermeld is het niet eerder nodig dan een half uur na de lunchpauze van de wedstrijdleiding, sportcommissarissen en baanofficials.

De rijder dient een half uur voor aanvang van training, kwalificatie en race, raceklaar op de daarvoor aangewezen plaats aanwezig te zijn.

Omdat het raceprogramma al is uitgelopen door de regen kunt u met een gerust hart wachten totdat de voorgaande race is afgevlagd.